Clara Rauws

Clara Rauws werd op 26 augustus 1861 geboren in Pasuruan (Java, Indonesië). Ze was de oudste (levende) dochter van Rein Rauws en Bet Verhey, die vanaf 1860 als pasgetrouwd stel suikerfabriek Alkmaar waren gaan leiden. Na Clara werden ook nog Gérardine, Hein (overleden na 5 maanden) Mathilde en Anne daar geboren. Toen jongste dochter Anne drie weken oud was overleed Bet, in 1866. Meer lezen over deze tijd? Zie het boek ‘Brieven van Bet. Adriana Elisabeth Rauws-Verhey uit Parijs en Java, 1856-1866’, samengesteld door dhr. H. Verhey.

Rein is vanaf ongeveer 1870 met zijn vier dochters in Arnhem gaan wonen, waar al familieleden woonden (Rauws en Staats-Evers). Clara en haar zussen hebben hier op de net opgerichte middelbare school voor meisjes gezeten. Rein Rauws kocht in 1872 het landgoed Hulkestein in Arnhem. Samen met de heer Van Medenbach de Rooij liet hij op dit landgoed drie villa’s bouwen, waarvan er een nog staat: villa Reale in Arnhem. De twee villa’s die inmiddels niet meer bestaan, noemde hij Clara en Anne (of Anna) naar zijn oudste en jongste dochter.

Tussen 1884 en 1888 woonden vader Rein en zijn vier dochters in Den Haag, onder andere op het Nassauplein. Van 1884 tot 1887 volgde Clara lessen aan de Haagse Academie van beeldende kunsten. Mijn betovergrootmoeder Anne Rauws trouwde in 1887 met Dirk Arnold Kraijenhoff van de Leur en woonde met haar gezin nog enkele jaren in Den Haag. Clara, haar vader en twee zussen verhuisden in 1888 naar Amsterdam. Daar woonden ze eerst enige tijd op Weteringschans 113, vanwaar Clara waarschijnlijk de aquarel met het stadsgezicht heeft gemaakt.

In 1893 en 1894 exposeerde Clara met werk op de Tentoonstellingen van kunstwerken van Levende meesters, in respectievelijk Den Haag en Rotterdam. In 1893 met de schilderijen ‘Een oud-strijder’ en ‘Rhododendrums’ en in 1894 met ‘Een krullenjongen’ en ‘Rozen’. Het schilderij ‘Rozen’ zou het schilderij op de Galerie-pagina kunnen zijn, de andere werken zijn mij onbekend. Andere kunstenaars die tegelijkertijd exposeerden waren bijvoorbeeld Hendrik Haverman, Willem Roelofs, Suze Bisschop-Robertson, Thérèse Schwartze, Breitner, Floris Arntzenius en de Mesdags. Bij de tentoonstelling in 1893 wist ze de krant te halen met de mededeling dat haar werk ‘Rhododendrums’ op de eerste dag verkocht is.

Clara woonde tot aan haar dood op 28 mei 1940 in Den Haag, samen met haar zussen Gérardine (overleden in 1931) en Mathilde (overleden in 1957). Jongste zus Anne was toen al geruime tijd overleden (1920). Hoe het leven van Clara is geweest tussen 1895 en 1940 weet ik niet. Ze is doorgegaan met schilderen en tekenen, zie bijvoorbeeld op de Galerie-pagina het schilderij met Anne Rauws, en de tekening van Pupje. Maar of ze bijvoorbeeld nog lessen heeft genomen, of zelfs gegeven, is mij niet bekend. Ze staat een aantal keer op de jaarlijkse familiefoto met vader Rein, de drie zussen Rauws en het gezin van Anne. Maar evenvaak staat ze niet op familiefoto’s, en zussen Gérardine en Mathilde wel.

In de familie gaat het verhaal dat Clara Rauws een eigenzinnige dame was, en niet echt sociaal. Ik stel me een vrouw voor die haar eigen pad koos in de vorm van schilderen. Die de wil had om dit haar hele leven te doen, en het geluk had dat haar vader een eigen vermogen had opgebouwd dat voldoende was voor Clara en haar zussen om te leven zonder betaald werk. Na haar overlijden in 1940 is Clara gecremeerd en is haar as bijgezet in het familiegraf Rauws op Oud Eik en Duinen in Den Haag, waar het nog steeds ligt (zie de pagina met familiefoto’s).